Gesloten goederenwagen op twee vaste assen.

In 1913 bouwde Allan te Rotterdam een serie van 10 gesloten goederenwagens (202-210) voor de Maas-Buurtspoorweg (MBS).

De eerste jaren bij de MBS deden de wagens af en toe dienst als bagagewagen, direct achter de locomotief. Zeer waarschijnlijk is dan ook dat de wagens toen in ider geval een doorgaande remleiding hadden. In de Tweede Wereldoorlog werden de MBS 201, 204 en 210 ingezet als bagagewagens en waren uitgerust met een remleiding. De 210 had ook een stoomverwarmingsleiding.

In 1946 werden de wagens verkocht aan de Zeeuws-Vlaamsche Tramweg-Maatschappij (ZVTM). Voor zover nog bruikbaar kwamen de wagens in dienst onder de zelfde nummers, echter met toevoeging van de letter D voor het nummer. Dit waren in ieder geval de wagens ZVTM D202-203, D205-20 en D208. Uiteindelijk werden ze in 1950 bij de ZVTM afgevoerd. De 204 stond in 1949 nog met MBS-opschriften in Terneuzen en is blijkbaar niet bij de ZVTM in dienst gesteld. Ook deze wagen werd in 1950 afgevoerd.

Nadat de wagens werden afgevoerd is er tenminste één wagen in gebruik genomen als schuurtje. De bewoner keek uit op de “spoortuin” en kwam zo op het idee om zelfstandig de wagen te gaan gebruiken als schuurtje. De wagens stonden er immers al lang en de tramdienst was toch al opgeheven. De D208 werd ontdaan van onderstel en definitief geplaatst.

De Museumstoomtram heeft de wagen uiteindelijk teruggevonden in Pyramide (Zeeuws-Vlaanderen). Op 30 november 2006 was het zover en werd de wagenbak, welke in slechte staat is, opgehaald en overgebracht naar Hoorn.

De MBS 208 zal in de toekomst volledig rijvaardig worden gerestaureerd.