Personenrijtuig 34 van de Ooster Stoomtramweg-Maatschappij (OSM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.
In 1910 bouwde de firma Allan uit Rotterdam een serie rijtuigen voor de Ooster Stoomtramweg-Maatschappij (OSM). Deze reed onder andere tussen Arnhem en Zeist (later door naar Amersfoort). Een van die rijtuigen was de OSM 34.

De aanschaf van de rijtuigen AB 30-54 was een onderdeel van de modernisering van het OSM ­bedrijf, waarbij stoomlocomotieven werden vervangen door motorwagens en oude rijtuigen afgevoerd. De nieuwe rijtuigen hebben echter ondanks de invoering van motortractie ook gereden in door de stoomlocomotieven vervoerde trams, o.a. omdat gedurende de eerste wereldoorlog niet voldoende motorbrandstof te verkrijgen was.

Lees verder…


Na de elektrificatie van de hoofdlijn van de OSM in de jaren 1922-1924 werden de AB 30-54 in de elektrische dienst gebruikt, maar tot de opheffing van de ook toen nog met stoomtractie geëxploiteerde zijlijn naar Wijk bij Duurstede in 1931 hebben er toch nog in stoomtrams gereden. De AB 34 had overigens reeds vroeg elektrische tractie leren kennen doordat hij in 1919-1921 was verhuurd aan de GETA. (Gemeente Electrische Tram Arnhem)

Tot 1949 heeft het rijtuig dienst gedaan bij de OSM. Eerst in de stoomtrams, later reden hier motortrams. In 1949 is het rijtuig verkocht en verplaatst naar Zeist. Hier heeft de bak van het rijtuig (al zonder onderstel) tot 1952 dienst gedaan als noodwoning. In 1952 is het rijtuig nogmaals verkocht en heeft het tot 2003 in Beusichem dienst gedaan als woning.

In 2003 is de OSM 34 verkocht aan de Stichting Beheer Museumstoomtram. Sindsdien is het rijtuig in afwachting van restauratie. Een kijkje in het rijtuig maakt duidelijk dat het als woning is gebruikt: Zie bij voorbeeld de tegeltjes achterin de wagenbak in de uitvoeriger beeld presentatie van dit rijtuig onderaan de pagina.!

Personenrijtuig OSM 34 heeft de hoogste A-status in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed. Het representeert een beeldbepalend type, waarvan 25 exemplaren tientallen jaren dienst hebben gedaan in het centrum van Nederland. Het rijtuig heeft ten opzichte van andere rijtuigtypen in die periode een nogal opvallende vormgeving. Van dit type is rijtuig OSM 34 het enige overgebleven exemplaar.

De AB 30-54 boden 9 zitplaatsen eerste klasse en 21 tweede. De NBM, die in 1927 het bedrijf van de OSM overnam, schafte het klasseonderscheid af en liet de letters bij de nummers vervallen. In 1940 werden de rijtuigen 49 en 53 bij de gevechten om Rhenen ver­nield. In 1943 gingen de 50-51 en in 1944 de 39 en 54 in huur naar de GETA. Deze vier kwamen in 1944 door de gevechten om Arnhem tot stilstand en werden in 1945 gesloopt. De 33 werd in 1945 vernield.

De rijtuigen 41-42 en 44-48 werden in 1946 verkocht aan de RTM. Daar kwamen zij weer terug in stoomtramdienst. De 41,45,46,48 en 42 werden door de RTM met betrekkelijk geringe wijzigingen in 1946 in gebruik genomen als B403-404 en AB 405-407. De 44 en 47 kwamen in 1947 in dienst als BD401-402, nadat er door verbouwing een bagageafdeling in was gemaakt. Hun aantal zitplaatsen was daarbij verminderd tot 21 tweede klasse.

Vorige slide
Volgende slide
Specificaties
Cultuurhistorische waardering A-status in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed
Bouwjaar1910
Gebouwd doorFa. Allan
Gebouwd voorOoster Stoomtram-Mij. (OSM)
Verworven2003
Staat van het object Wacht op restauratie
LocatieOpslag Benningbroek
Lengte over buffers  12800 mm
Breedte zonder richels  2200 mm
Hoogte v.h. dak, zonder uitsteeksels  3255 mm
Spoorbreedte Oorspronkelijk 1067 mm, voor gebruik bij de Museumstoomtram om te sporen naar 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 9 eerste klasse (A), 21 tweede klasse (B)
Aantal vaste staanplaatsen 20
Totaal aantal plaatsen 50

 

Geschiedenis
1910-1949In dienst als personenrijtuig
1949-1952Verkocht als woning naar Zeist
1952-2003Verkocht als woning naar Beusichem
2003Verworven door de Museumstoomtram
2015In opslag in Benningbroek

 

ontdek meer