Tussen 1926 en 1967 was onze machine te vinden bij de Keilehaven in de Maasstad. Veel Rotterdammers zullen zich de locomotief overigens niet kunnen herinneren. De werkzaamheden bestonden uit het verplaatsen van wagens met cokes en de terreinen van de gasfabriek waren met hoge muren afgesloten. In 1950 werd ze nog voorzien van een nieuwe ketel van Ducroo en Brauns.
Toch werd de locomotief in de jaren zestig ontdekt door spoorwegliefhebbers en zo gebeurde het dat locomotief 30 de eerste locomotief werd, waarmee de voorganger van de Museumstoomtram, de Tramweg stichting, in 1968 voor het eerst toeristische stoomtreinen in ons land ging rijden. Dat gebeurde net als nu nog steeds het geval is op de museumspoorlijn tussen Hoorn en Medemblik. De Tramweg Stichting nam eveneens de enig andere nog overgebleven loc, nr. 31 over, deze loc. Is niet in gebruik genomen maar wordt gebruikt als onderdelen leverancier.
De Tramweg Stichting beschikte inmiddels ook over een andere locomotief, die zich thans in onze collectie bevindt, en wel ex Gooische Stoomtram (vierkante) loc. 18. Samen met deze loc. Werden in 1967 in het Westland op het traject Delft-Loosduinen van de Westlandsche Stoomtram Maatschappij ritten gereden, waarbij deze locomotieven zware spoorweg wagons moesten trekken (Mat’24/”Blokkendoos”)
Oorspronkelijk hadden de rangeermachines uitsluitend de beschikking over een handrem, die alleen werd gebruikt als parkeerrem, treinen werden waarschijnlijk beremd met “tegenstoom”. Maar de NS stelde als eis dat de te gebruiken stoomlocs voor deze ritten voorzien moesten worden van een luchtreminstallatie, hierin werd voorzien door een luchtpomp, verkregen van de Deense Staatsspoorwegen (DSB) en aangebracht door de firma Spoorijzer in Delft.
Na deze ritten werden de locs. 18 en 30 en later de 31 naar Hoorn overgebracht, alwaar de 30 steeds regelmatiger in gebruik te zien was, haar eerste rit in Hoorn vond plaats op 23 mei 1968, en ze is inmiddels (2021) daar nog steeds in “vaste dienst”. In die lange periode is zij een aantal keren in revisie geweest, eerst in 1969/70 , waarbij ze ook werd voorzien van een ander model schoorsteen, een stoombel en stoomfluit. In 1974 kreeg ze tram midden buffers om ook het teakhouten materieel te kunnen trekken. De meest recente, grote, revisie vond plaats in 2018, waarbij het uiterlijk nog verder verbeterd werd met een kortere, meer bij de machine passende, conische schoorsteen en een gebolde rookkastdeur, technisch kreeg ze een nieuwe stoomdom, wielbanden en nieuwe vlampijpen. Gezien de bescheiden afmetingen van de locomotief slaat ze een prima figuur, in combinatie met trammaterieel; soortgelijke locomotieven deden vroeger inderdaad dienst bij trambedrijven.