Station Abbekerk Lambertschaag

Ongeveer op de helft van de op 3 november 1887 geopende, 21 kilometer lange lokaalspoorweg Hoorn-Medemblik bevindt zich het station Abbekerk-Lambertschaag. Deze spoorlijn werd aangelegd door de NV Lokaalspoorweg-Maatschappij Hollands Noorderkwartier en geëxploiteerd door de HIJSM. Het station heeft een dubbele naam, omdat het zowel het dorp Abbekerk als het dorp Lambertschaag moest ´bedienen`. Dit is kenmerkend voor de lokaalspoorweg Hoorn-Medemblik, waar ook de stations Wognum-Nibbixwoud, Benningbroek-Sijbecarspel en Midwoud-Oostwoud zulke dubbele benamingen hebben. Maar in tegenstelling tot de drie laatstgenoemde stations, waar een deel van de bebouwing zich in de loop der tijd dichter bij het station ontwikkelde (Wognum, Benningbroek, Oostwoud), bleven de dorpen Abbekerk en Lambertschaag ver van het station verwijderd. Reizigers moesten een voettocht van minimaal 3 kilometer voor lief nemen (en het dubbele vanuit Lambertschaag!) om het station te bereiken, zodat het reizigersvervoer van en naar Abbekerk-Lambertschaag van minimale betekenis was. Toch werd er ter weerszijden van het perron een spoor aangelegd, maar dit zal zijn geschied om een kruisingsmogelijkheid voor treinen uit tegengestelde richtingen te creëren.

Lees verder…

Voor het laden en lossen van goederen werd een dubbel kopspoor. aangelegd. Vanaf de Broerdijk werd in de jaren 1920 bovendien een tijdelijk kopspoor aangelegd, dat nodig was voor de aanvoer van zand ten behoeve van de aanleg van de latere autoweg E 10. Het zand werd daar vanuit normaalspoor goederenwagens in kiplorries overgeladen, die over een smalspoorlijntje hun bestemming bereikten.

Het stationsgebouw

Het stationsgebouw van Abbekerk-Lambertschaag werd opgetrokken volgens een standaard-ontwerp van A.J. Krieger uit 1887. Soortgelijke gebouwen werden ook gerealiseerd op de stations Zwaag, Wognum-Nibbixwoud, Benningbroek-Sijbecarspel, Midwoud-Oostwoud, Twisk en Opperdoes. In details weken de gebouwen langs de Medemblikker lokaalspoorweg overigens wel van het standaardontwerp af. Buiten het gebouw was voor reizigers nog een privaatgebouwtje aanwezig. In 1916 werd op de zolderverdieping  van de chefswoning een slaapkamer gemaakt.  De woonvoorzieningen in de stationsgebouwen voor de chefs en hun gezinnen  waren dermate matig, dat er in 1920 Kamervragen over werden gesteld, waarna er vanaf 1922 verbeteringen werden uitgevoerd. Zo kreeg (o.m.) het stationsgebouw Abbekerk-Lambertschaag een keukenaanbouw. Na 1934 werd de lokaalspoorweg om redenen van kostenreductie `op den meest eenvoudigen voet´ geëxploiteerd; waarbij op het station Abbekerk-Lambertschaag de personeelsbezetting kwam te vervallen. Nadat de laatste stationschef zijn in het gebouw aanwezige dienstwoning had verlaten, kwamen er particuliere bewoners, die het pand in- en uitwendig naar hun wensen verbouwden, onder meer met dakkapellen aan de perronzijde. Het uiterlijk van het stationsgebouw werd uiteindelijk sterk veranderd door het aanbrengen van een grove, ontsierende pleisterlaag met een groene kleur. De gemeenteraad van Medemblik heeft op 10 september 2007 besloten om het stationsgebouw aan te kopen en in januari 2020 kwam het ter beschikking van de Museumstoomtram. In eerste instantie is de directe omgeving van het station gesaneerd, waarbij opgeschoten groen en vervallen aan- en bijbouwsels zijn verwijderd. Het gebouw zal een (beperkte) onderhoudsbeurt krijgen teneinde het geschikt te maken voor bewoning. In een later stadium is een restauratie voorzien, waarbij het historische stationsgebouw zoveel mogelijk in oude staat wordt teruggebracht en een rol zal gaan spelen in de museale exploitatie van de museumlijn.

 

Vorige slide
Volgende slide

ontdek meer